
Vanuit het landelijke net komt aardgas bij ons binnen in het gasreduceerstation. Dit heeft op dat moment een druk tussen de 60 en 70 bar, die we moeten verlagen tot 36 bar. Zo voorkomen we problemen in de branders van de gasturbine door een te groot drukverschil.
We willen niet dat de reduceerventielen bevriezen (voor de techneuten: vanwege het ‘Joule-Thomson effect’), daarom gebruiken we drie heetwaterketels om het aardgas te verwarmen.
